Ruimtelijke planvorming lange termijn

Reactie structuurvisie

Analyse

Wij delen uw analyse over de kwaliteiten van Amersfoort. Wij zijn blij dat in deze structuurvisie de menselijke maat van Amersfoort [ook] erkend wordt. Voor ons betekent dit, dat ook met bouw dichtheden en bouwhoogten rekening gehouden dient te worden met de maat en schaal van Amersfoort. Wij hopen dat de keuzen die in het verleden zijn gemaakt, waardoor projecten (b.v. de Amsterdamseweg) zijn ontstaan met bouwhoogten van 60 meter en hoger, dan ook echt tot het verleden behoren.

Met betrekking tot de groeiscenario’s lijkt in deze structuurvisie ook een realistischer beeld te ontstaan. De conclusies op blz. 27 dat er meer gebouwd zou moeten worden dan alleen voor de eigen en regionale behoefte delen wij niet. Als elke gemeente in Nederland een dergelijke strategie zou aanhouden, zal er al snel sprake zijn van overcapaciteit. Wanneer we kijken naar de huidige economische crisis lijken wij ook in onze mening te worden bevestigd. De woningmarkt zit op slot, maar er doen zich geen situaties voor als in de jaren tachtig. Ook twijfelen wij aan de berekening van O&S dat er in 2020 160.000 inwoners zouden zijn. Met een bezetting van gemiddeld 2,2 per woning zou dat betekenen dat er in de komende 7 jaar 4500 woningen gebouwd zouden moeten worden. Deze berekening getuigt niet van veel realiteitszin.

Wij zijn [wel] met u van mening dat maatwerk de komende jaren in allerlei opzichten van groot belang is. In dat kader herhalen wij onze zorgen over de 4 uitgangspunten, de overheidsparticipatie en de uitnodigingsplanologie

Overheidsparticipatie: Hoe zorgen we ervoor dat bij de toetsing toch niet het belang van de markt prevaleert boven het belang van de bewoners?

Uitnodigingsplanologie: Hoe voorkomen we dat de markt wel reageert op “makkelijk” te ontwikkelen locaties (lees veel verdienen) en niet reageert op moeilijk inpasbare locaties, waardoor verpaupering kan ontstaan. Hoe weegt het belang van de wijken en bewoners mee?

Uitgangspunten: Voor elke ruimtelijke ontwikkeling in de stad gelden 4 uitgangspunten. Hoe worden die getoetst en door wie? Welke rol is er voor de burgers in de stad weggelegd?. Kan Het Nieuwe Samenwerken hierop van toepassing zijn? Welk uitgangspunt heeft voorrang of wegen alle vier de uitgangspunten even zwaar voor elke ontwikkeling?

De Visie

In dit hoofdstuk wordt een nadere uitwerking gegeven van de Amersfoortse Principes. Wij zijn blij met de nadere uitwerking en ook dat deze in voorbeelden is uitgewerkt. Zinnen als: “deze principes gelden voor bepaalde plekken in meer of mindere mate”.baren ons echter weer zorgen,want wie bepaalt dat?

Ons voorstel zou zijn dat bij elke toekomstige ontwikkeling duidelijk wordt aangegeven hoe die toetsing plaatsvindt (dus een lijstje met uitgangspunten en principes voor elke locatie) met tevens de vermelding hoe de onderlinge belangen (markt t.o.v. bewoners) zijn gewogen en door wie. Wij verzoeken u dit voorstel over te nemen.

Op de 9 principes willen wij ook nog apart reageren:

  1. Levendigheid: Nu staat er dat Amersfoort streeft naar een compact stedelijk milieu in en rondom het stadshart met meer woningen en een gevarieerd voorzieningenaanbod. In het staatje met de uitwerkingen zijn echter ook De Hoef, Stadsring en Stadsradialen ogenomen. Wij kunnen deze locaties niet als stadshart zien. Wij begrijpen de omschrijving van het begrip levendigheid dan niet meer. Wij stellen voor dit begrip aan te passen: “Amersfoort streeft naar een levendig stadshart met woningen die hierop zijn toegerust en een gevarieerd voorzieningenaanbod. Levendigheid op locaties buiten het stadshart vraagt om een andere vorm van maatwerk”
  2. Mengen. Wij vragen ons af waarom gevarieerd woningaanbod gekoppeld wordt aan doorstroming; temeer daar dit ook wordt gekoppeld aan levensloopbestendige wijken. Is het doel doorstroming in de eigen wijk? Of is het doel levensbestendige woningen?
  3. Goed verbonden. Geen opmerkingen
  4. Ruimte voor de fiets. Geen opmerkingen
  5. Knooppunten. Hoewel wij dit principe kunnen delen, vragen wij ons wel af wat dit exact betekent. Graag ontvangen wij hierop nog een nadere toelichting met voorbeelden.
  6. Aangenaam verplaatsen. Geen opmerkingen
  7. Kenniseconomie. Wij zien hier een tegenstelling. Enerzijds zegt u te willen streven naar verbreding, anderzijds wilt u zich inzetten op kenniseconomie. Wij hebben onze vraagtekens bij dit 2 sporen beleid.
  8. Functiemenging. Het mengen van functies in woonwijken als uitgangspunt vinden wij te riskant. Dat kan een vrijbrief zijn voor veel te globale bestemmingen, waardoor uiteindelijk op alle locaties alles kan. Wij dringen aan op nuancering van dit principe.
  9. Innovatie. Zoals hier beschreven, hebben wij geen opmerkingen. Wij vragen ons wel af wat dit nu precies in de uitwerking betekent. Wij verzoeken u dit nog nader toe te lichten.

Ruimtelijke agenda

Met betrekking tot het Stadshart, kunnen wij de beschrijving van de onderdelen op pag. 42 wel grotendeels onderschrijven, maar wij denken niet dat er een ontwikkeling kan plaatsvinden die al die gebieden aan elkaar kan koppelen. Amersfoort heeft van nature een loop in het winkelgebied van Utrechtseweg / Arnhemseweg,Varkensmarkt en Langestraat. Wij hopen dat De Kamp nog als logische route wordt gevolgd, maar in de praktijk blijkt dat al moeilijk genoeg. Wij zien het als een illusie om te denken dat er looproutes zouden ontstaan binnen het stadshart, zoals dat in de structuurvisie wordt gezien. Wij denken dat het beter is om in te zetten op de eigen aantrekkelijkheid van elk gebied binnen het stadshart, zodat mensen gericht naar die onderdelen toe gaan. Hierin zien wij meer dan opnieuw (verloren) energie te steken in het aanleggen van verbindingsroutes. Wij verzoeken u dringend om te leren van de missers vanuit het verleden (CSG).

De wijken. Wij vragen u om gebruik te maken van de kennis van de bewoners in de wijken zelf. Zij kennen als geen ander hun eigen leefomgeving. De structuurvisie zou daarom aan moeten sluiten op ontwikkelingen zoals die in Het Nieuwe Perspectief worden geschetst.

Wij constateren dat op blz. 49 nog steeds uitgegaan wordt van mogelijke plekken voor windmolens. Wij vragen ons af of hierover al nadere besluitvorming heeft plaats gevonden, aangezien er voor zover wij weten na het verdeelde collegebesluit, geen nadere berichten zijn geweest. Graag horen wij meer over de stand van zaken.

Werklocaties. Op blz. 57 wordt nog steeds uitgegaan van mogelijke nieuwe werklocaties in Vathorst West en de Nijkerksestraat. Wij vinden dat volstrekt onbegrijpelijk, omdat het juist op de bestaande werklocaties al moeite genoeg kost om deze gevuld te krijgen en er ook over gedacht wordt om van bepaalde werklocaties woonlocaties te maken. Wij verzoeken u deze locaties te schrappen.

Plekken en opgaven

De SGLA is en blijft tegen nadere uitwerking van Vathorst West en Noord als mogelijke bouwlocaties. Vathorst West vinden wij met de ligging naast de stortlocatie Smink geen visitekaartje (wij zien de folder al: Wonen achter de vuilnishoop van Amersfoort), maar ook zal een dergelijke wijk een ontsluiting nodig hebben op de A1 wat ongetwijfeld zal leiden tot nog meer files op deze weg. Verder zien wij in de huidige economische ontwikkeling geen aanleiding tot het bouwen van woningen op zo’n excentrische locatie. Bouwen in Vathorst Noord is uiteraard, gezien de raadsbesluiten daarover al helemaal geen optie. Wij verzoeken u de structuurvisie hierop aan te passen. Het schema op blz. 74 suggereert dat in Vathorst Noord woningaanbod mogelijk is; dat moet sowieso worden aangepast. Idem als het gaat om functiemenging.

De Stichtse Rotonde wordt genoemd als locatie waarbij deze wordt benut “om het gebied meer allure te geven als groen werklandschap. De Westelijke ontsluiting biedt kansen om het gebied meer ruimte te geven voor intensivering van het bestaande gebruik.“ Wij zijn het hiermee oneens. Dit is in strijd met eerdere uitgangspunten, waarbij juist werd aangegeven dat bestaande bedrijven en organisaties terughoudend moeten omgaan met uitbreiding en dit allen kan (onder voorwaarden) op eigen terrein. Het zou ook onlogische zijn om meer druk te creëren op de Westelijke ontsluiting als we in dit gebied juist zoeken naar mogelijkheden voor doorstroming. Op deze wijze schep je het eigen probleem voor de toekomst. Wij verzoeken u om de Stichtse Rotonde als uitwerkingslocatie te schrappen.

Valleikanaal is ontwikkeld als natuurlijke verbindingszone. Wij zijn alert op termen als “meer beleefbaar maken” en vragen u te bevestigen dat het Valleikanaal niet gezien kan worden als ontwikkellocatie voor woningbouw of bedrijven

De Westelijke Ontsluiting. Wij verwijzen hiervoor naar ons standpunt in de participatie rond dit project.

Wij hopen hiermee een bijdrage te hebben geleverd aan het verder ontwikkelen van een goede structuurvisie voor Amersfoort 2030 en verzoeken u de nota met de door ons genoemde punten aan te passen.