Peiling Strategie Sociale Woningbouw

Peiling Strategie Sociale Woningbouw

Van:        SGLA

Datum:   25 april 2016

Geachte Raadsleden,

De SGLA zal de Peiling Strategie Sociale Woningbouw én de bijbehorende bijlagen bespreken op de eerstvolgende ledenvergadering. Het gaat om een stads brede Strategie waarvan wij vinden dat deze ook stads breed besproken moet worden. Dit is tegelijkertijd ons eerste kritische punt op deze Strategie sociale woningbouw. Er worden veel locaties genoemd, zonder dat hierover met bewoners in de betreffende wijken en buurten is gesproken. Het is helaas dus weer het oude liedje. Wij betreuren dit ten zeerste.

Wij verzoeken u dus geen standpunten in te nemen over de diverse locaties maareerst met bewoners c.q. belanghebbenden in gesprek te gaan. Wie weet komen er nog verrassende effecten uit voort.

Omdat wij veel vragen hebben, leggen wij deze aan u voor met het verzoek deze in uw discussie mee te nemen:

  1. De Strategie sociale woningbouw geeft een vage onderbouwing van de noodzaak voor meer bouwlocaties. Wij hadden, mede n.a.v. de toezegging hierover, een uitgebreide en meer specifieke onderbouwing verwacht.
  2. Wij zien geen bouwlocaties uit de regio opgenomen, terwijl daar toch nog diverse bouwplannen zijn. Met betrekking hiertoe onze vraag: hoeveel sociale woningen moeten er op dezelfde termijn in totaal nog in de regio gemeentes gerealiseerd worden? Zijn Nijkerk en Barneveld meegerekend?
  3. Wij zien geen relatie opgenomen met de bouwplannen van bijvoorbeeld de steden Utrecht, Amsterdam en Almere. In het verleden is gebleken dat Amersfoort een alternatief is voor de Randstad, zolang daar niet wordt gebouwd. Utrecht, Almere en Amsterdam zijn direct in beeld zodra daarwel wordt gebouwd. De concurrentie met Leidsche Rijn is niet in beeld gebracht. Dit lijkt ons onverstandig. Een juiste analyse en volledige analyse hierover lijkt ons noodzakelijk.
  4. Graag vernemen wij hoe de gemeente invloed wil uitoefenen op doorstroming van zgn. scheefwoners. Met de huidige huurprijzen van sociale woningbouw is het trouwens de vraag of er nog wel sprake is van scheef wonen. Met betrekking tot dit punt is inmiddels al vast komen te staan dat steeds meer huurders hun huur niet meer kunnen betalen. Dit mede i.v.m. het feit dat voor de sociale woningbouw in 2013, 2014, 2015, en 2016, dus dit jaar voor het 4e opeenvolgende jaar, de huren in 3 categorieën, t.w. inkomens tot ca. 34.500; vervolgens tot ca. 44.000 en tot slot boven de 44.000 resp. met tussen de 2,5 en 5 of 6% verhoogd zijn.
  5. De druk op de woningbouw is ook tot stand gekomen door de toewijzing aan urgente gevallen. Er is geen duidelijke verklaring toegevoegd om wat voor soort gevallen het gaat. Is bijvoorbeeld het slopen van goedkope sociale woningbouw een oorzaak? Hebben zittende huurders van die woningen c.q. complexen voorrang gekregen? Hoe zit het met de verkoop van sociale huurwoningen en is er daardoor extra druk ontstaan op de woningmarkt?
  6. Is het systeem van woningtoewijzing mede oorzaak van de druk op de woningmarkt? Is er sprake van toename door de regionale verdeling of juist niet. Waarom is dit niet in de analyse meegenomen?
  7. Is de lijst van woningzoekenden bepalend geweest voor de strategie sociale woningbouw en zo ja, is deze lijst ook “geschoond”?
  8. Is er al een analyse gemaakt of de beoogde kantoorlocaties geschikt zijn voor woningbouw en zo ja om hoeveel woningen gaat het dan?
  9. Is er al een analyse gemaakt m.b.t. hoeveel woningen er op De Hoef kunnen worden gerealiseerd en wordt daarbij ook aan voorzieningen gedacht als winkels en parkeren.
  10. Waarom moet de Gemeente extra geld investeren in sociale woningbouw terwijl dit de taak is van de corporaties? Bij de kadernota zullen jaarlijks budgetvoorstellen worden gedaan op basis van kansrijke locaties en financiële condities en zal worden bezien in hoeverre werkkapitaal aangevuld moet worden. Is de financiële positie van de Gemeente al van dien aard dat de kadernota hiervoor genoeg ruimte biedt?
  11. Indien De Alliantie, Portaal en Omnia Wonen in het kader van de regiovorming (Woningwet) niet meer mogen investeren in Amersfoort, overweegt de Gemeente dan een eigen Woningbedrijf.
  12. Naast sociale woningbouw, zo wordt gezegd, zullen ook duurdere woningen moeten worden gerealiseerd. Op welke analyse is dit gebaseerd en wat zijn hiervan de consequenties voor de totale woningbouw op binnenstedelijke locaties?
  13. Is er over de zgn. kansrijke locaties al overleg geweest met bewoners c.q. belanghebbenden? [par. 4.7] Zo ja, wanneer en zo niet waarom niet? Hoe denkt men en/of gemeente draagvlak te krijgen, als niet op voorhand samenwerking wordt gezocht? Wat zijn de criteria geweest voor het mogelijk kansrijk zijn?
  14. De lijst kansrijke locaties is “dynamisch”. Wat zijn de criteria voor het al dan niet doorgaan? Er is sprake van een “groslijst” met zoeklocaties. Zijn de locaties die niet op de dynamische lijst zijn terecht gekomen nu definitief afgevallen?
  15. Er wordt gesproken over een zgn. “Intaketeam” en over het meegeven van randvoorwaarden aan initiatiefnemers. Welke zijn dat? Is één van die randvoorwaarden ook het vroegtijdig betrekken van bewoners, voordat er al uitgewerkte plannen zijn? Zie ook paragraaf 4.7 waarbij er sprake is van “kunnen” en “informeren” i.p.v. samenwerken.
  16. Is de positie van bewoners gelijk aan die van ontwikkelaars? Of wordt voor de laatsen de rode loper uitgelegd en hebben bewoners per definitie een achterstand in de besluitvorming?
  17. In de “Lokale Actiegroep”(paragraaf 4.5) is iedereen vertegenwoordigd, behalve …. de bewoners. Waarom?
  18. Hoe kan het dat belangrijke ecologische verbindingszônes zijn opgenomen in bijlage 4 zoals de Kop van Schothorst en de Valleikanaalzône, terwijl de laatste eerder zelfs was vervallen?
  19. Heeft de gemeente onderzocht wat bij vergaande verdichting de gevolgen zijn voor de leefbaarheid? Is er een soort norm (SMART) te bepalen?
  20. Wat wordt bedoeld met het optimaliseren van AV-locaties? Moeten wij daarbij denken aan zgn. Okselprojecten, dus het aanbouwen en optoppen van bestaande complexen? Dit heeft in het verleden voor veel onrust gezorgd. Hoe wordt de rol van zittende bewoners geborgd?
  21. Wat wordt de rol van de Raad in haar controlerende en volks vertegenwoordigende taak in deze strategie sociale woningbouw? Wanneer en hoe kunnen bewoners hierover terecht bij de Raad?
  22. In deze strategie sociale woningbouw is Vathorst West niet genoemd. Mogen wij er vanuit gaan dat deze locatie nu van de baan is?

Wij zijn van mening dat nu er nog zoveel vragen zijn, u als Raad, nog niet zondermeer akkoord kunt gaan met deze strategie sociale woningbouw. Aangezien 2 minuten veel te kort is om al deze zorgpunten aan de orde te stellen, hebben wij er voor gekozen om u vooraf onze vragen schriftelijk te doen toekomen en mede daardoor onze zorgen kenbaar te maken.