Bezwaar tegen Bestemmingsplan en Exploitatieplan Hogewegzone en MER, 28 juni 2011

Vervolg

De SGLA is betrokken bij veel grote projecten in de gemeente Amersfoort en participeert hierin al dan niet op verzoek van de gemeente.

Bijgesloten een speerpuntenverslag (bijlage 3) teneinde inzicht te geven in de activiteiten van de SGLA.

Ook in dit project heeft de SGLA deelgenomen aan de participatie en de inspraak.

Procedure

De SGLA heeft in het kader van het vooroverleg artikel 3.1.1.WRO gereageerd op het voorontwerp bestemmingsplan en stedenbouwkundig plan Hogewegzone Amersfoort op 28 januari 2010. Wij hebben diverse malen ingesproken tijdens de gemeenteraadsvergaderingen en een zienswijze ingediend op 13 maart 2011. Onze zienswijze is aan de Gemeenteraad nog eens toegelicht tijdens de hoorzitting op 12 april 2011. N.a.v. de ingediende zienswijze is door de Gemeenteraad gereageerd in de Reactienota en is tot een aanvullende MER besloten. Wij verzoeken u al deze stukken als ingelast en ingevoegd te beschouwen.

Daarnaast is de SGLA steeds actief betrokken geweest (mede op verzoek van de Gemeente zelf) bij en gedurende het verloop van het participatieproces.

Het bestemmingsplan Hogewegzone is door de Gemeenteraad van Amersfoort op 28 juni 2011 vastgesteld. Het bestemmingsplan  heeft ter inzage gelegen van 21 juli tot en met 1 september 2011. Wij maken bezwaar tegen het bestemmingsplan, exploitatieplan en MER.

Bezwaren

  1. Planologische onderbouwing.

Wij refereren aan de uitspraak van Uw Raad van State m.b.t. de Kersenbaan in het bestemmingsplan Leusderkwartier. Er dient rekening gehouden te worden met artikel 10:27 Awb, t.w. de plicht van het College van B&W om te onderzoeken of het plan, mede op basis van ingebrachte bedenkingen, niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en of de totstandkoming niet in strijd is met het recht. Dit betekent ons inziens dat ook de planologische onderbouwing van een bestemmingsplan correct moet zijn. Allereerst wijzen wij u erop dat, daar waar nog gesproken wordt over een Valleikanaal visie, wij bevestigen dat deze visie als niet bestaand beschouwd moet worden aangezien genoemde visie nooit door de gemeenteraad is vastgesteld. Wij refereren aan de uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht van 9 december 1996 inzake het gebouw “De Zilvermeeuw”.

Tevens wijzen wij u op het feit dat de berekeningen voor verkeer, milieu, geluid etc. in de MER procedure zijn gebaseerd op de volgende plannen:

  • Realisatie Kersenbaan. De procedures omtrent dit project zijn nog niet afgerond en het is aannemelijk dat de bewoners hiervoor nog een procedure bij de Raad van State aanhangig zullen maken. De realisatie van de Kersenbaan is dus nog onduidelijk en heeft gevolgen voor de verkeersdruk op de Hogeweg.
  • Aanleg Energieweg. Naar onze mening is hierover nog geen definitieve besluitvorming tot stand gekomen, zodat ook niet duidelijk is welke effecten het niet aanleggen tot gevolg kan hebben. Volgens de website van de Gemeente Amersfoort heeft de gemeente nog niet alle percelen in bezit om de Energieweg aan te kunnen leggen. Ook zijn de verkeerstechnische varianten nog niet gereed en heeft de gemeenteraad hierover nog geen besluit genomen.
  • Van Asch van Wijckstraat: herstel van het verkeer in 2 richtingen. Dit is gerealiseerd.
  • Aanleg Hanzetunnel Vathorst. Deze wordt nu aangelegd, maar tijdsbestek vraagt meer tijd.
  • Verbreding A28 + aangepaste aansluiting op de Hogeweg. Inzake dit project is nog niet op alle onderdelen een definitieve besluitvorming tot stand gekomen.
  • Realisatie nieuwe aansluiting Corlaer. Deze aansluiting is gerealiseerd.
  • Afsluiten aansluiting Hoevelaken op de A1. Deze aansluiting staat weer ter discussie. De wethouders van verschillende gemeenten geven aan dat het openhouden van deze aansluiting van essentieel belang is voor de doorstroming van het verkeer o.a. met betrekking tot de Hogeweg. Dit betekent ook dat het al dan niet afsluiten grote gevolgen heeft voor een goede verkeersdoorstroming.
  • Plusstrook op de A27 tussen Rijnsweerd en knooppunt Eemnes; Verbreding A1 Eemnes – Hoevelaken; Spitsstrook op de A1 tussen knooppunt Hoevelaken en aansluiting Barneveld. De besluitvorming over deze plannen en de realisatie daarvan is onduidelijk zeker nu voor de verbetering van het knooppunt Hoevelaken door de Rijksoverheid een maximum bedrag is vastgesteld. De vraag is dus of de gewenste verbeteringen doorgang zullen vinden en wat de uiteindelijke effecten zullen zijn op de Hogeweg binnen het plangebied.

Nu op zoveel onderdelen een planologisch vastgesteld kader ontbreekt en er tegelijkertijd ook nog veel onduidelijkheid is of en welke plannen nu wel of niet gerealiseerd zullen worden, constateren wij dat de planologische onderbouwing van dit bestemmingsplan ontbreekt en dus niet voldoet aan de eisen van zorgvuldigheid. Wij zijn dan ook van mening dat op dit moment, het bestemmingsplan niet kan en mag worden vastgesteld. De Gemeenteraad heeft echter dit bestemmingsplan wel vastgesteld op 28 juni 2011. De SGLA heeft inmiddels een extra verkeerskundige toets laten uitvoeren. (bijlage 1)

  1. Stedenbouwkundige visie.

Wij hebben waardering voor de poging om dit gebied in zijn geheel te ontwikkelen. Helaas zit daarin ook de zwakte van de planontwikkelingen. Het gebied Hogewegzone is geïsoleerd ontwikkeld t.o.v. van bijvoorbeeld de Hogeweg Binnen. Doordat de Hogewegzone als gebied hoog stedelijk is ontwikkeld, met hoogbouw van 65 meter aan het Valleikanaal en 68 meter maximaal aan de buurtas, ontstaat een afzonderlijk hoog stedelijk gebied, dat niet past in de omgeving, de maat en schaal van Amersfoort. Je komt Amersfoort in, in de waan dat je een groot stedelijk gebied à la Manhattan binnenrijdt, om vervolgens door te rijden naar de provinciestad met het mooie monumentale centrum en zicht op de Onze Lieve Vrouwe toren. Kortom, met name de enorme hoogbouw maakt dit plan ongeschikt voor Amersfoort. Wij vinden dat dit woonmilieu niet past in het uitgangspunt: “Aanwezigheid en beleving van identiteit en herkenbaarheid.” (blz. 15 Ontwerpbestemmingsplan).

Wij concluderen dat in dit opzicht het ontwerp niet past in een goede ruimtelijke ordening. Er is geen goede afweging gemaakt om het gebied te laten aansluiten bij de stad. Er dient rekening gehouden te worden met artikel 10:27 Awb, namelijk de plicht van het College van B&W om te onderzoeken of het plan, mede op basis van ingebrachte bedenkingen, niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Nu onvoldoende rekening is gehouden met de ingebrachte bezwaren, zijn wij van mening dat de Gemeente hierin onzorgvuldig heeft gehandeld. Er is weliswaar een jarenlange participatie gehouden, maar met de belangrijkste bezwaren vanuit deze participatiegroep is geen rekening gehouden.

  1. Flexibele uitwerking in relatie tot rechtszekerheid.

Wij constateren dat er sprake is van een grote flexibiliteit (blz. 28) in het bestemmingsplan. Over de mate van rechtszekerheid zijn wij bezorgd omdat het aantal torens, de vorm en de positie pas bij de uitwerking wordt bepaald. In het bestemmingsplan wordt voldoende ruimte geboden om diverse varianten te realiseren. Dit betekent dus geen duidelijkheid. Juist de te kiezen modellen hebben veel invloed op het gebied. Wij zien deze flexibiliteit terug in de “Bestemmingsregels”, zowel qua woon- als dienstverlening voor appartementen. Dit geeft ruimte om in te spelen op marktontwikkelingen, maar hierdoor ontstaat tegelijkertijd een groot gebrek aan rechtszekerheid. In de al eerder aangehaalde uitspraak van de Raad van State is één van de overwegingen van dit rechtsorgaan dat geen onduidelijkheid mag bestaan in de bindende planvoorschriften (regels) en dat aan een planbeschrijving geen bindende betekenis ontleend kan worden. Wij lezen deze uitspraak zo, dat voldoende rechtszekerheid moet worden geboden in een bestemmingsplan. Wij constateren echter dat die rechtszekerheid er niet is, indien er sprake is van dubbele bestemmingen die niet als concrete onderdelen op de plankaart (verbeelding) aangegeven zijn.

Om te voorkomen dat het bestemmingsplan echter geen enkele rechtszekerheid meer biedt, moet het bestemmingsplan regels bevatten omtrent het gebruik van flexibiliteitinstrumenten, waardoor de bevoegdheid van het gemeentebestuur begrensd wordt. Wij zijn mening dat dit niet altijd voldoende is afgebakend. Als voorbeeld geven wij artikel 8.7.1:

“Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging wijzigen ten behoeve van het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.”

Deze bevoegdheid van B & W lijkt te zijn geschreven zonder voldoende duidelijkheid over de grenzen waarbinnen van de bevoegdheid gebruik mag worden gemaakt.

Op basis van de beoordeling van de plankaart en de regels krijgen wij de indruk dat er op sommige onderdelen sprake is van een niet voldoende ingekaderde bevoegdheid aan B&W om toepassing te mogen geven aan een flexibiliteitbepaling in het bestemmingsplan. Naar onze mening is dit in strijd met de eisen van zorgvuldigheid. Wij verzoeken dan ook op deze onderdelen over te gaan tot vernietiging van het bestemmingsplan.

  1. Programma

Wij hebben twijfels over de haalbaarheid van het programma voor de woningbouw en dan met name de beoogde aantallen appartementen. De koers voor de nieuw op te stellen Structuurvisie geeft aan dat er sprake is van een overcapaciteit. Wij vragen ons af of het dan verstandig om toch zo’n groot aantal appartementen in dit bestemmingsplan op te nemen. Mede in relatie tot hetgeen wij hebben aangegeven over de hoogbouw, zijn wij van mening dat, door het laten vervallen van een aantal bouwlagen, en dus minder appartementen, er meer recht wordt gedaan aan de marktvraag en een grotere kans t.a.v. de haalbaarheid van het plan.

 

Helaas hebben wij nog steeds niet kunnen vernemen of er inderdaad sprake is van een feitelijk draagvlak onder de bewoners van de Hoven met betrekking tot het slopen van hun woningen. Wij hebben al eerder aangegeven dat wij de methode die de Alliantie gebruikt voor het verkrijgen van een draagvlak ongewenst vinden. De bewoners worden individueel benaderd, waarbij zij wel de vraag krijgen voorgelegd of zij willen verhuizen en hun voorkeur aan willen geven voor een nieuw type woning, maar niet de vraag gesteld krijgen of hun voorkeur uit gaat naar het niet slopen van hun woning. Een dergelijke methode vinden wij onzorgvuldig.

Met betrekking tot het in dit plan voorziene hostel en de te verwachten overlast zijn wij niet gelukkig met het feit dat het hostel in een woongebouw is voorzien.

 

De Verbeelding geeft wat betreft de buurtas geen duidelijkheid over de plaats van de in- en uitrit van de parkeergarage van het zwembad. Voor de bewoners van de Spreeuwenstraat is het, i.v.m. mogelijke overlast, wel degelijk van belang te weten waar de in- en uitrit uiteindelijk gepositioneerd zal worden. Het ontbreken van een duidelijke plaatsbepaling op de Verbeelding is ons inziens in strijd met de rechtszekerheid, zeker gezien het belang voor de bewoners.

Wij hebben bedenkingen tegen de invulling van de onderste bouwlaag van de gebouwen aan het Valleikanaal omdat hierin maatschappelijke- en horeca categorie A voorzieningen, dienstverlening en kantoren zijn voorzien. Veel wordt bestemd voor woon/werk gemengd, dus dubbel bestemd. Hoe verhoudt zich dat tot de rechtszekerheid die in een bestemmingsplan gewaarborgd dient te worden? In hoeverre wordt voorkomen, dat van het een niet teveel en van het ander niet te weinig ontstaat? Hoe is dat te handhaven?

Sportcomplex. Het onderzochte ontwerp voldoet niet aan de richtwaarden voor een rustige woonwijk. Met kunst en vliegwerk wordt een redenering opgebouwd, waarbij sprake is van een optimalisatie waardoor de gemeente Amersfoort kan oordelen dat het plan voldoet aan het beginsel van een goede ruimtelijke ordening. Wij zijn van mening dat dit ook weersproken kan worden! (blz. 46). Wij hebben hierop van de Gemeente geen reactie ontvangen, zodat wij onze mening handhaven.

Wij hebben deze bezwaren ingebracht in en tijdens het participatieproces. Een proces dat bedoeld was om draagvlak te krijgen en gezamenlijk tot een goede ruimtelijke invulling van dit gebied te komen. Wij moeten helaas constateren dat op geen van deze bezwaren de Gemeente de participanten tegemoet is gekomen. Juist bij een jarenlang participatieproces zijn wij van mening dat met de ingebrachte bezwaren meer gedaan had moeten worden. De gemeente dient ook de belangen van participanten af te wegen om te komen tot een goede ruimtelijke ordening. Nu teveel eenzijdig naar het belang van de ontwikkelaar is gekeken, zijn wij van mening dat de Gemeente hierin onzorgvuldig heeft gehandeld en niet tot vaststelling van dit bestemmingsplan had mogen overgaan. Ook op deze basis verzoeken wij vernietiging van dit bestemmingsplan.

  1. Verkeer

In de startnotitie is als randvoorwaarde opgenomen: “Optimale verkeerskundige doorstroming op de Hogeweg”. De samenvatting van de MER, d.d. juni 2010, formuleert dit als het waarborgen van de verkeersdoorstroming en ontsluiting voor alle modaliteiten. De MER procedure is vervolgens uitgegaan van het Verkeersmodel Amersfoort en het Verkeersmodel Rijkswaterstaat, conform de plansituatie A28 met verbreding.

Wij hebben al aangegeven dat er sprake is van grote onzekerheid over de nog te realiseren plannen, die deel uitmaken van de berekeningsmethodiek. Nu onzekerheid bestaat of, wanneer en hoe alle onderliggende plannen worden gerealiseerd, vinden wij de berekeningsmethodiek niet aanvaardbaar voor het juist berekenen van alle consequenties voor een optimale doorstroming. Hierdoor staan alle in het plangebied opgenomen verkeersuitwerkingen onder druk. Behalve dat er een deugdelijke planologische onderbouwing ontbreekt, is ook geen rekening gehouden met een goede ruimtelijke onderbouwing. Dit betekent dat een rechtsgrond voor dit plan en voor alle in dit plan opgenomen verkeersmaatregelen ontbreekt. Alleen al op genoemde rechtsgrond maken wij bezwaar tegen de in dit plan opgenomen verkeersmaatregelen. Wij refereren aan het advies van Grontmij, dat op verzoek van de participatiegroep als second opinion werd gemaakt. De conclusie van deze second opinion was: “de geschetste doorstroming van het autoverkeer op de Hogeweg is alleen te realiseren als de A-28 in staat is het verkeersaanbod te verwerken. Zolang dat niet het geval is, zal terugstuwing van het verkeer op de Hogeweg stagnatie tot gevolg hebben met alle gevolgen van dien”. In de MER procedure staat dat het effect van een file op de A28 geen structurele verandering tot gevolg heeft. (zie blz. 60 toelichting) Wij constateren dat hier dus geen sprake is van een verbetering en dat, zelfs met alle nog niet planologisch vastgestelde plannen ook de MER constateert dat de Hogeweg niet optimaal zal doorstromen, terwijl dit een van de belangrijkste en in de startnotitie vastgelegde randvoorwaarde is.

Ten aanzien van de nu opgenomen voorgestelde goede verkeersoplossingen blijven wij onze bedenkingen houden en wel vanwege onderstaande problemen:

  • De ongelijkvloerse kruising van de Hogeweg met betrekking tot het op een relatief kort stuk gedwongen zijn voor te sorteren. Bovendien is de vraag of komend vanuit het centrum en/of de Operaweg beide verkeersstromen voldoende zicht hebben op elkaar.
  • Het bovenstaande geldt ook voor de ontsluiting van de buurtas op de Hogeweg.
  • De oversteekbaarheid van de Hogeweg bij het Valleikanaal door het ontbreken van een brug die nu niet is opgenomen in het bestemmingsplan.
  • Verkeer op de Hogeweg kan gehinderd worden door een wachttijd/rij op de Operaweg. (zie MER)
  • Om de buurtas in 2012 aan te kunnen leggen is het de bedoeling dat het verkeer op de Hogeweg, via noodwegen met slechts één rijstrook, Amersfoort in- en uit kan. In 2012 zal de A28 nog niet zijn verbreed. Dit heeft tot gevolg dat een doorstroming van het verkeer op de Hogeweg niet gegarandeerd kan worden.

Onze zorg wordt nog eens bevestigd door hetgeen in het Ontwerp -Wegaanpassingsbesluit A28 Utrecht –Amersfoort wordt aangegeven, waarbij de doorstroming wordt gemeten aan de zgn. reistijdfactor. De streefwaarde voor deze factor is 1,5.

In onderstaande tabel, afkomstig uit de Ontwerp - Wegaanpassingsbesluit, staan de berekende streefcijfers voor 2008, 2020 als alle geplande veranderingen in de verkeersinfrastructuur zijn gerealiseerd (zonder wegaanpassing A28) en in 2020 met wegaanpassing.

2008                2020                                      2020

(autonome ontwikkeling)           (met wegaanpassing)

ochtend  avond       ochtend  avond                 ochtend.  avond

A28 noordbaan  1,6     1,4               1,3     1,8                         1,1       1,7

A28 zuidbaan    1,2     2,5               2,1     1,9                         1,5       1,7

Hieruit blijkt ook dat er nog steeds sprake is van een hogere waarde dan de streefwaarde, zodat gevreesd moet worden dat dit gevolgen heeft voor de doorstroming. Inmiddels is gebleken dat Rijkswaterstaat nog geen rekening heeft gehouden met het programma vanuit het Bestemmingsplan Hogewegzone. De gemeente heeft hiertegen bezwaar gemaakt:

Op de grens van cluster 27 en 28 ligt de zogenaamde “Hogewegzone”. Hiervoor heeft ons college onlangs het ontwerp bestemmingsplan en ontwerp hogere grenswaarden ter inzage gelegd. In het OWAB is hier geen aandacht aan geschonken. De uitgangspunten van het bestemmingsplan en de hogere grenswaarden mogen niet worden aangetast door de ontwikkelingen aan de A28. Uit een verkenning blijkt dat uitgaande van het OWAB, bij meerdere projecten woningen binnen de Hogewegzone, sprake is van een hogere geluidsbelasting dan waarvan is uitgegaan bij het ontwerp hogere grenswaarden besluit. Ook kan niet langer voldaan aan het aantal in het ontwerp hogere grenswaarden. Dit leidt tot een beperking van de benuttingmogelijkheden van de Hogewegzone. Er zullen daarom aanvullende voorzieningen bij de A28 getroffen moeten worden. Uit een verkenning is gebleken dat wanneer de geluidsschermen vanaf de aansluiting op de Hogeweg richting knooppunt Hoevelaken worden verhoogd met 1 meter, er wordt voldaan aan de hogere grenswaarden” (citaat uit Zienswijze Gemeente)

Wij constateren dat, nu de doorstroming niet bereikt wordt dan wel daarvoor geen zekerheid kan worden geboden, dit plan niet voldoet aan de eisen van doelmatigheid.

De SGLA heeft zowel in het participatieproces, als in afzonderlijke gesprekken met Alliantie en Gemeente steeds de nadruk gelegd op de verkeersproblematiek. Wij moeten helaas constateren dat men niet heeft willen luisteren, maar ook geen nader onderzoek heeft willen doen. Wij hebben daarom alsnog een verkeerskundige gevraagd onze bezwaren nader te beoordelen. (bijlage 1)

Met betrekking tot de planologische onderbouwing komt hij tot de conclusie dat In combinatie met de aanleg van de Energieweg  het afsluiten van de aansluiting Hoevelaken op de A1 naar alle waarschijnlijkheid een substantiële positieve invloed heeft op de verkeersintensiteiten (en daarmee op een verbetering van de doorstroming) op de A28 en ook op de doorstroming op de Hogeweg ter plaatse van de op- en afritten met de A28. Hoe groot de invloed van het wel of niet afsluiten van de aansluiting Hoevelaken is op de intensiteiten op alle wegvakken in de directe omgeving is, zover hem bekend, niet openbaar gemaakt.

In het Ontwerp- wegaanpassingsbesluit A28 Utrecht- Amersfoort van RWS wordt al aangegeven dat in 2020 ondanks de voorgestelde wegverbreding de reistijdfactor op de A28 in de avondspits in beide richtingen 1,7 zal bedragen in plaats van de streefwaarde van 1,5 (een overschrijding van 13%). Hierbij is geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat de aansluiting Hoevelaken niet wordt afgesloten. In dat geval zal de doorstroming op de A28 nog verder afnemen met als gevolg ook een afname van de doorstroming op de Hogeweg.

Uit het MER voor de Hogewegzone blijkt dat bij een verstoring van de doorstroming op de A28(zie pag. 29) de wegvak dichtheden en de wachtrij op de Hogeweg toenemen.

Het effect op de verkeersafwikkeling op de Hogewegzone van het niet afsluiten van de aansluiting Hoevelaken op de A1 is, ten onrechte, niet onderzocht.

De gemeente Amersfoort gaat in het Bestemmingsplan Hogewegzone ten aanzien van de verkeerskundige uitgangspunten daardoor niet uit van het werkelijke “worst case” scenario en heeft de invloed daarvan ook niet onderzocht (zie Verkeerkundige toets)

Met betrekking tot het Verkeerstechnisch ontwerp aansluiting Hogeweg – Operaweg constateert hij: “Het aangepaste ontwerp is vastgelegd in DHV tekening 1682-DO-WEG-001 van 11 april 2011.

In dit laatste ontwerp zijn de 4 opstelstroken bij het kruispunt Hogeweg/westelijke toe- en afrit A28 verlengd tot ca. 110 meter. De toerit vanaf de Operaweg komt niet langer uit op de rechtsaf opstelstrook maar mondt uit in de 2 rijstroken van de Hogeweg op ca. 150 meter vóór de stopstreep van het kruispunt. Vanaf dat punt begint de verbreding van de Hogeweg naar 4 opstelstroken.

Volgens de berekeningen in het rapport van Grontmij d.d. 25 april 2008 is bij een snelheid van 30 km/h op de Hogeweg voor een invoegende personenauto een gemiddelde lengte van ca. 45 meter nodig om van rijbaan te veranderen. Voor bussen en vrachtauto’s is deze lengte aanzienlijk groter omdat die langzamer optrekken en meer tijd nodig hebben om van rijstrook te veranderen.

Dit betekent dat de 2 linker opstelstroken door personenauto’s alleen kunnen worden bereikt als de wachtrij op de 3e strook minder is dan ca. 105 meter (150 – 45) en dat voor bussen en vrachtauto’s de wachtrij nog veel korter moet zijn om de juiste opstelstrook te bereiken.

Aangezien de regionale bussen op de oprit naar de Operaweg halteren en dus via de toerit hun weg moeten vervolgen is het zeer de vraag of, met name in de spitsperioden, de wachtrijen voldoende klein blijven. De MER (pag. 68 en 69) geeft hierover geen afdoend antwoord. In de bijlage bij de MER “Effectbeoordeling Verkeer” staat op pag. 21 dat de haltering op de op- en afrit bij de Operaweg leidt tot meer vertraging. Daarbij wordt niet gesproken over vertraging als gevolg van het invoegen van bussen bij de aansluiting op de Hogeweg.

Daarnaast moet worden bedacht dat ook bij deze berekeningen en conclusies geen rekening is gehouden met de invloed van het niet afsluiten van de aansluiting Hoevelaken op de A1.”

Slotconclusie Verkeerskundige toets “ Bij het Bestemmingsplan Hogewegzone is ten aanzien van het verkeer te veel uitgegaan van een (tijdige) realisatie van een aantal infrastructurele projecten.

Als één of meer van deze projecten niet of later worden gerealiseerd dan is er een gerede kans dat de thans voorziene verkeerskundige oplossing op de Hogeweg niet adequaat is. Om aan deze onzekerheden een eind te maken wordt geadviseerd één of meer realistische “worst case” scenario’s te onderzoeken. Met de beschikbare prognosemodellen is dit op korte termijn mogelijk.”

Naar onze mening is  met het Rapport van Grontmij en de Verkeerskundige toets van Ir. K. Nije voldoende aangetoond, dat er op zijn minst twijfels zijn over de gekozen verkeerskundige oplossingen en de planologische onderbouwing. Er is aangetoond dat er geen realistisch “worst case - scenario” is berekend. Wij zijn van mening dat er hierdoor geen doelmatige oplossing is gemaakt, die de doorstroming op de Hogeweg kan garanderen. Wij constateren ook dat doordat er geen realistisch  worst case scenario is gemaakt, de gemeente onzorgvuldig heeft gehandeld..

Aangezien de gekozen verkeersoplossing een essentieel onderdeel is van het totale bestemmingsplan, rest ons alleen de mogelijkheid u te verzoeken het gehele bestemmingsplan te vernietigen.

  1. Parkeren

De omvang van de te bouwen parkeervoorzieningen staat nog niet vast. (blz. 29) Ook in dit geval is sprake van rechtsonzekerheid. Hierbij moet tevens vermeld worden dat voor het zwembad in combinatie met ondergeschikte horeca en detailhandel een aanvullend aantal parkeerplaatsen nodig zal zijn. In het plan wordt aangegeven dat de parkeervoorzieningen moeten voldoen aan de gemeentelijke parkeernormen en dat de inpassing onderwerp is van verdere studie. Dit vinden wij voor een bestemmingsplan onvoldoende. Het bestemmingsplan dient hierop te worden aangepast en er dient volledige duidelijkheid geboden te worden. Door ook tevens dubbelgebruik op te nemen, wordt het nog dubieuzer of er wel voldoende parkeerruimte is.

In het plan staat vermeld dat gestreefd wordt naar een kostendekkende exploitatie voor het betaald parkeren op zowel maaiveld als in de parkeergarage. Wij vrezen dat dit voor de aangrenzende straten, zowel in als buiten het plangebied, voor overlast gaat zorgen. Hierdoor komt de leefbaarheid onder druk te staan.

  1. Milieu aspecten

Luchtkwaliteit.

Doel is om langs stedelijke wegen bewoners niet bloot te stellen aan onaanvaardbare luchtverontreiniging. Het knooppunt Hogeweg/Rijksweg A28 is verkeerstechnisch gezien het drukste punt van Amersfoort. (blz. 17) Misschien voldoet het drukste punt van Amersfoort formeel wel aan de normen, maar wij vragen ons in alle redelijkheid af of de normen aanvaardbaar zijn. In hoeverre kun je hier een leefbare situatie creëren waarin bewoners ook zonder zorgen in de buitenomgeving kunnen leven. (blz. 18)

Geluid.

Geconcludeerd wordt dat het treffen van verdergaande maatregelen redelijkerwijs niet mogelijk is. (blz. 45) Wij constateren dat dit betekent dat indien er iets tegenvalt, bv. knooppunt Hoevelaken, er een probleem kan ontstaan in het kader van geluidsnormen. Indien één van de onderbouwingen niet wordt gerealiseerd, is o.i. de vraag gerechtvaardigd of de lucht- en geluidskwaliteit dan nog aan de vereisten normen kan voldoen. Ook in dit geval is de rechtszekerheid niet gewaarborgd.

Wij constateren dat overigens in de plannen van de wegverbreding A28 nog geen rekening is gehouden met de plannen rond de Hogewegzone. Derhalve is niet bekend welke milieu aspecten alsnog een rol zullen spelen bij deze plannen. De MER is hierop niet ingegaan.

  1. Regels

Wij constateren dat in de Regels gebruik wordt gemaakt van veel flexibiliteit. Dit conflicteert met de rechtszekerheid die een bestemmingsplan behoort te geven. Enkele voorbeelden zijn:

  • Er is niet vastgelegd welke typologie woningen toegestaan zijn. (blz. 65)
  • Er is sprake van minimale en maximale bouwhoogten en maximale bebouwingspercentages. Deze omschrijving geeft geen duidelijkheid over de concrete bebouwing. De vermelde marges geven te veel vrijheid en dus rechtsonzekerheid.
  • Profiel Operaweg mag met maximaal 5 meter verbreedt worden. Wat zijn daarvan de consequenties?
  • De bestemming Wonen (artikel 8.1) biedt wel heel veel mogelijkheden.
  1. Economische Uitvoerbaarheid

Ten behoeve van de behandeling van het bestemmingsplan door de Gemeenteraad heeft het College van Burgemeester & Wethouders een risico analyse laten maken. Uit het vaststellingsbesluit door de gemeenteraad van 28 juni 2011 blijkt op pagina 11 en 12 dat er enkele risico’s zijn met betrekking tot de financiering van het plan. Vertraging in de uitvoering van het plan (als de bouw wordt gestart na 1 januari 2013) kan ertoe leiden dat benodigde subsidies niet worden verkregen, als gevolg waarvan een exploitatietekort dreigt.

Expliciet is aangegeven dat het instellen van beroep tot een dergelijke vertraging kan leiden. In Hoofdstuk 8 van de toelichting, dat ingaat op de economische uitvoerbaarheid, is dit risico niet gemotiveerd. Wij constateren dat er onvoldoende marge is in de plannen. Wij trekken daaruit de conclusie dat elke vertraging of aanpassing van de plannen zou kunnen leiden tot financiële problemen. Ook lijkt op geen enkele wijze rekening te zijn gehouden met de gevolgen van de economische crisis. Wij vinden het onverantwoord dat in een dergelijk grootschalig plan sprake is van dit soort onaanvaardbare risico’s.  Het kan ons inziens niet zo zijn, dat geen rekening is gehouden met het instellen van een beroepsprocedure. Als de gemeente geen rekening houdt met de belangen van participanten en andere belanghebbenden, is te verwachten dat hiertegen bezwaar zal worden gemaakt.  Dit hoort dan ook in de financiële planning te worden opgenomen. Nu hiermee blijkbaar geen of onvoldoende rekening is gehouden, dient de vraag te worden gesteld of de plannen economisch wel haalbaar zijn. Indien er sprake is van een ondeugdelijke financiële planning, is de vraag gerechtvaardigd of het bestemmingsplan economisch uitvoerbaar en haalbaar is. Ons inziens is dit onvoldoende  gemotiveerd en voldoet het exploitatieplan niet aan de eisen van zorgvuldigheid en doelmatigheid. Wij zijn van mening dat het exploitatieplan en het bestemmingsplan om deze redenen vernietigd dienen te worden.

Conclusie

Gezien het grote aantal gemotiveerde bezwaren die wij blijven houden tegen dit inmiddels door de gemeenteraad vastgestelde bestemmingsplan, verzoeken wij u dit bestemmingsplan te vernietigen.

Bijgesloten zijn:

Ingediend bezwaar, verzoek tot voorlopige voorziening en de Verkeerskundige Toets.

Klik hier voor het artikel uit het AD van 1 september j.l. over dit onderwerp.

Klik hier voor meer informatie over de Hogewegzone en andere Amersfoort Vernieuwt projecten.